In de alledaagse taal noemen we een ‘symbool’ iets dat buiten zichzelf naar iets anders verwijst, vaak naar meerdere andere werkelijkheden tegelijk.
Het getransformeerde brood en de wijn die het Lichaam en Bloed van Christus zijn, zijn niet symbolen, ze zijn werkelijk het Lichaam en Bloed van Christus. Zoals heilige Johannes Damascenus schreef: “Het brood en de wijn zijn geen voorafschaduwing van het Lichaam en Bloed van Christus – in geen geval! – maar het werkelijke vergoddelijkte Lichaam van de Heer, omdat de Heer Zelf zei: ‘Dit is mijn lichaam’ ; niet ‘een voorafschaduwing van mijn lichaam’, en niet ‘een voorafschaduwing van mijn bloed’ maar ‘mijn bloed’” (Het Orthodoxe Geloof, IV [pagina 94, 1148-49]).
Tegelijkertijd is het echter belangrijk te erkennen dat het Lichaam en Bloed van Christus tot ons komen in de Eucharistie in sacramentele vorm. Met andere woorden, Christus is aanwezig onder de gedaanten van brood en wijn, en niet in Zijn eigen vorm. We kunnen niet veronderstellen alle redenen achter Gods daden te kennen. God gebruikt echter de symboliek die inherent is aan het eten van brood en het drinken van wijn op het natuurlijke niveau om de betekenis te uit te lichten van wat er in de Eucharistie tot stand wordt gebracht door Jezus Christus.
Er zijn verschillende manieren waarop de symboliek van het eten van brood en het drinken van wijn de betekenis van de Eucharistie onthult. Bijvoorbeeld, net zoals natuurlijke voeding voedsel aan het lichaam geeft, zo geeft de Eucharistische voeding geestelijk voedsel. Bovendien brengt het delen van een gewone maaltijd een zekere gemeenschap tot stand tussen de mensen die het delen; in de Eucharistie deelt het volk van God een maaltijd die hen niet alleen in gemeenschap brengt met elkaar, maar ook met de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
Evenzo, zoals St. Paulus ons vertelt, is het enkele brood dat tijdens de Eucharistische maaltijd met velen wordt gedeeld, een indicatie van de eenheid van degenen die door de Heilige Geest zijn samengeroepen als één lichaam, het Lichaam van Christus (1 Korintiërs 10 :17).
Om een ander voorbeeld te nemen: de afzonderlijke tarwekorrels en afzonderlijke druiven moeten worden geoogst en een proces van malen of pletten ondergaan voordat ze worden verenigd als brood en als wijn. Daarom wijzen brood en wijn zowel op de vereniging van velen die in het Lichaam van Christus plaatsvindt als op het lijden dat Christus heeft ondergaan, een lijden dat ook door zijn discipelen moet worden omarmd. Er kan nog veel meer worden gezegd over de vele manieren waarop het eten van brood en het drinken van wijn symboliseren wat God voor ons doet door Christus, aangezien symbolen meerdere betekenissen en connotaties hebben.
Jezus was heel expliciet: ‘Voorwaar, voorwaar, ik zeg u, tenzij u het vlees van de Zoon des mensen eet en zijn bloed drinkt, hebt u geen leven in u. Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven en ik zal hem op de laatste dag opwekken. Want mijn vlees is waar voedsel en mijn bloed is waarlijk drank… Net zoals de levende Vader mij heeft gestuurd en ik het leven heb dankzij de Vader, zo zal ook degene die zich met mij voedt het leven hebben dankzij mij.’ (Johannes 6:53-57).
Daarna in het laatste avondmaal zei Hij: “Dit is mijn lichaam. Dit is mijn bloed.” Hij was heel serieus hierover. Er is geen ruimte voor twijfel, Jezus zei deze woorden niet als symbool van Zijn Lichaam en Bloed, maar omdat Hij werkelijk tegenwoordig wordt in de Eucharistie. Met deze werkelijke tegenwoordigheid in de Eucharistie vervult Christus zijn belofte om “altijd, tot het einde der tijden” bij ons te zijn (Matteüs 28:20)
Houden het geconsacreerde brood en de wijn op het Lichaam en Bloed van Christus te zijn als de Heilige Mis voorbij is?
Nee. Tijdens de viering van de Eucharistie worden brood en wijn het Lichaam en Bloed van Christus, en dat blijven ze. Ze kunnen niet meer veranderen in brood en wijn, want ze zijn helemaal geen brood en wijn meer. Er is dus geen reden voor hen om terug te keren naar hun “normale” toestand nadat de bijzondere omstandigheden van de mis voorbij zijn. Als de substantie eenmaal echt veranderd is, blijft de aanwezigheid van het Lichaam en Bloed van Christus “bestaan zolang de Eucharistische soort bestaat” (Catechismus, nr. 1377).
Tegen degenen die beweerden dat het brood dat tijdens de Eucharistie wordt geconsacreerd geen heiligende kracht heeft als het tot de volgende dag wordt bewaard, antwoordde heilige Cyrillus van Alexandrië: “Christus is niet veranderd, noch is zijn heilig Lichaam veranderd, maar de kracht van de toewijding en zijn levengevende genade is daarin eeuwigdurend” (Brief 83, aan Calosyrius, bisschop van Arsinoe [pagina 76, 1076]). De Kerk leert dat Christus aanwezig blijft onder de gedaanten van brood en wijn zolang de gedaanten van brood en wijn bestaan (Catechismus, nr. 1377).
Bron: USCCB
Door:
Alex Jacobs
Als je deze post leuk vond, kun je het delen, want delen is evangeliseren!
[Sassy_Social_Share]
Als het materiaal niet werkt of spelfouten heeft, meld dit dan graag!