Sint Louis-Marie de Montfort zei ooit dat ‘de redding van de hele wereld begon met het Weesgegroet’. Daarom is de redding van elke persoon verbonden met dit gebed. Het is dus belangrijk dat we beter weten wat we bidden en waarom we het bidden.
In dit artikel gaan we regel voor regel opsplitsen: waar het vandaan komt, waarom we het bidden en of dit gebed Bijbels is.
De verzen van dit gebed komen uit het Evangelie van Lukas 1 verzen 26 tot en met 56. Dus pak je Bijbel en lees door die verzen heen:
Wees gegroet, Maria, vol van genade, de Heer is met U,
Gij zijt de gezegende onder de vrouwen, en
Gezegend is Jezus, de vrucht van Uw schoot.
Heilige Maria, Moeder van God,
Bid voor ons, zondaars, nu en in het uur van onze dood, Amen.
Weesgroet Maria vol van genade, de Heer is met u
De eerste regel van het Weesgegroet is “Weesgroet Maria vol van genade, de Heer is met u“. Dit is de begroeting van aartsengel Gabriël. We moeten niet vergeten dat engelen boodschappers van God zijn. Ze brengen boodschappen rechtstreeks van God. Hier brengt Gabriël deze begroeting in de naam van God. Dit zijn de woorden van God zelf aan Maria.
Interessant is de werkwoordtijd van de zin ‘Gij zijt vol van genade’ in het Grieks. Het is niet verleden tijd, toekomstige- of zelfs tegenwoordige tijd. Het is voltooide tijd, wat betekent dat het zich over haar hele leven uitstrekt. Zij was, zij is en zij blijft ‘vol van genade’ zijn. Wij geloven dat de Engel, d.w.z. God, dit zegt, omdat Maria zonder zonde is verwekt. Zij is de Onbevlekte Ontvangenis, en dit wil zeggen dat zij niet bevlekt was met de erfzonde en zij nooit in haar leven gezondigd heeft.
Uiteraard betekent dit niet dat Maria machtiger was of zichzelf kon redden. Het betekent dat Jezus ervoor koos om haar te redden op een bijzondere manier. In plaats van haar in de put te laten vallen en door Hem op te laten tillen, zoals met ons allemaal gebeurt, koos Jezus ervoor om haar er overheen te dragen en via een kortere weg te lopen. We moeten niet vergeten dat Jezus God is en dat Hij dit voor Zijn moeder kon doen. En zo wordt het weerspiegeld in het Evangelie in deze allereerste woorden van het Weesgegroet.
Gij zijt de gezegende onder de vrouwen
De volgende regel is “Gij zijt de gezegende onder de vrouwen”. Elizabeth, de nicht van Maria, zegt dit tegen Maria toen ze allebei zwanger waren en ze bij Elisabeth op bezoek ging. Lukas 1, vers 42.
Direct daarna praat Maria erover, in vers 48 (in het Magnificat). Voor de tweede keer komt het in het Evangelie. Ze profeteert en zegt ‘van heden af prijst elk geslacht mij zalig’. Als we het Weesgegroet bidden, vervullen we eigenlijk deze profetie en maken we de Schriften waar.
Gezegend is Jezus, de vrucht van Uw schoot
De volgende regel is “en gezegend is Jezus, de vrucht van uw schoot”. Dit is eigenlijk de tweede helft van dezelfde begroeting van Elizabeth, ook Lucas 1, 42. Het enige woord dat niet direct in dat vers van de Schrift wordt gevonden is ‘Jezus’. In het latijn is het woord ‘Jezus’ aan het einde van de zin toegevoegd: “et benedictus fructus ventris tui, Iesus”. En dat is eigenlijk de climax van dit gebed.
Het hele gebed wijst naar Hem en komt vanuit dat hoge punt naar beneden. We zouden die Naam moeten zeggen in eerbied. Daarom is het in het latijn aan het einde van de zin toegevoegd na een komma. Het moet er niet snel gezegd worden, maar met een pauze en met duidelijke eerbied. Dit is het hele doel van het gebed, want als we ervoor kiezen om Maria te eren, doen we het alleen omdat we Christus navolgen. Hij koos ervoor om haar eerst te eren. Hij vernederde zich om in haar schoot te komen. We vernederen onszelf om haar voor om een beetje hulp en voorspraak te vragen.
Echter zien we Zijn naam benoemd in de Schriftpassage waar engel Gabriel zegt: “Zie, gij zult zwanger worden en een zoon ter wereld brengen, die gij de naam Jezus moet geven” (Lucas 1, 31). Daarom is die toevoeging aan die begroeting terecht. Het bevestigd dat de vrucht van haar schoot Jezus is, zoals engel Gabriël had aangekondigd.
Heilige Maria, Moeder van God
Het volgende vers is ‘Heilige Maria, moeder van God’.
In Lucas 1, 43 zegt Elizabeth opnieuw tegen Maria: “Waaraan heb ik te danken, dat de moeder van mijn Heer naar mij toe komt?”. Als we Maria beschrijven als de moeder van God, geven we Jezus juist waarlijk eerbied en eer, omdat we zeggen dat Jezus ware God en ware mens is. De eerste Bijbel in het Grieks gebruikte de term ’theotokos’, wat letterlijk ‘God-barende’ betekent. Bovendien wordt het woord ‘Heer’ in de hele Bijbel altijd gebruikt om naar God te verwijzen. De moeder van mijn Heer is dus de moeder van mijn God.
Wat een prachtig beeld is, is dat van Maria die God baart en draagt. Dit is haar grootste titel en het is een direct antwoord vanuit het Evangelie tegen de ketterij die zegt dat Jezus een rechtvaardige man in haar baarmoeder moest zijn, maar niet God. Wij, Christen-Katholieken geloven dat Hij echt God is, altijd al en voor altijd. Dat Hij waarlijk God en waarlijk mens was, dat Maria heilig is, dat zij apart gezet is op een bijzondere plaats. En daar komt die ‘Heilige Maria’ vandaan.
Bid voor ons, zondaars, nu en in het uur van onze dood
De vijfde en laatste regel van het Weesgegroet is “Bid voor ons, zondaars, nu en in het uur van onze dood”.
Dit is de enige regel die niet letterlijk uit het Schrift komt. Het is een vraag om gebed op de twee belangrijkste momenten van ons leven, nu en bij het moment van onze dood. Deze regel werd toegevoegd aan het Weesgegroet tijdens de zwarte plaag in de middeleeuwen.
Toen de dood heel erg ‘echt’ was in het leven van iedereen, toen mensen massaal stierven aan de zwarte plaag, vroeg men aan Maria om aan hun sterfbed te zijn zoals ze bij de dood van haar zoon aan het kruis was. En dat doen we nog steeds.
Het is zoals we naar een vriend gaan en zeggen “Hey, ik heb het nu heel moeilijk dus zou je voor mij kunnen bidden, ik heb wat hulp nodig…”
In dit geval kijken we naar degenen die de ‘race’ al hebben gelopen en hebben gewonnen, het eeuwige leven in de hemel hebben bereikt, en willen ons tot hen kunnen wenden om een klein beetje hulp te vragen. Dat is wat we doen wanneer we bidden tot de heiligen of Maria. Maria heeft een speciale rol hier. We noemen haar de Koningin-moeder. Zoals we lezen in het Oude Testament en zoals gebeurde in Egypte in de tijd van Jezus, hadden de farao’s veel vrouwen. Wie was eigenlijk de koningin? Nou, de koningin was de moeder van de farao. De mensen kwamen naar haar toe, vroegen om haar hulp en haar voorspraak. De koningin ongehoord door haar zoon en de verzoeken die zij naar haar zoon bracht werden nooit geweigerd. We zien Maria deze rol ook vervullen op het bruiloftsfeest van Kana, wanneer ze de verlangens van de mensen beantwoordt en haar Zoon water in wijn laat veranderen.
Als katholieken hebben we een geschenk gekregen in Maria. Ze is bij ons om ons te helpen en aan te moedigen terwijl ze ons naar haar Zoon wijst. Aanvaard dit geschenk met open armen van onze hemelse Vader, zoals onze heiligen en geestelijke leiders ons zo sterk aanmoedigen.
BRON: Catholic-link
Door:
Alex Jacobs
Als je deze post leuk vond, kun je het delen, want delen is evangeliseren!
[Sassy_Social_Share]
Als het materiaal niet werkt of spelfouten heeft, meld dit dan graag!