In een katholieke kerk is de rode lamp bij het Tabernakel bijna altijd aan en het is het symbool van het eeuwige offer. De Godslamp, een ander symbool in de Heilige Katholieke Kerk, is een zachte, knipperende rode vlam die aangeeft dat Christus echt aanwezig is. Dit licht brengt ons dichter bij Maria en Jezus en omhult de gelovigen, creërende een gevoel van samenhorigheid. Tegelijkertijd is de vlam sereen en aangeboden aan God, wat het offer symboliseert.
De Godslamp creëert een sfeer die perfect past bij ons als mensen, met subtiel licht dat de kerk versterkt, zonder te overweldigend te zijn. De warmte van de vlam werpt rustige en respectvolle schaduwen, heel anders dan de uitzinnige lichten van een discotheek of koude neon- en ledverlichting van tegenwoordig. Stel je voor, als in plaats van de Godslamp een ledlamp was, de harde en koude ledverlichting vernietigt de schaduwen.
In een donkere kerk, verlicht door één enkele Godslamp, brengt de vlam eer aan de Schepper en waakt altijd, zoals een trouwe ziel die in aanbidding voor God knielt, terwijl zoveel mensen Hem verlaten of zich tegen Hem keren. Als het licht kon praten, zou het zeggen: “Ik ben trouw. Ik ben van jou, o Heer. Ondanks dat ik klein ben onder alle mensen, ben ik van jou, ik besta alleen voor jou. In de grootste onzekerheid en duisternis, zal ik jou blijven volgen, wat er ook gebeurt. Ik ben ervan overtuigd dat mijn trouw iets betekent voor jou.”
De rode lamp in de kerk vertelt ons over de band tussen God en Zijn volgelingen en biedt een rustige plek voor onze ziel. Het echoot de woorden van Jezus: “Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand komt tot de Vader tenzij door Mij” (Johannes 14:6), net als drie kerkklokken die in perfecte harmonie klinken. Het is een subtiel licht dat ons een aangename en rustige sfeer geeft, ver weg van de harde en koude verlichting die we tegenwoordig overal zien.
Laat we de Godslamp waarderen voor wat het symboliseert en de boodschap die het ons brengt.
Door:
Alberto Ramos