Een paar sneakers
Ik heb een paar sneakers waar ik ontzettend blij mee ben: ze waren erg duur, maar ook mooi en erg comfortabel. Op een dag zag ik nagenoeg hetzelfde paar schoenen voor slechts €20! In plaats van opgewonden te raken over het geweldige koopje, was mijn eerste reactie mezelf afvragen wat er met die schoenen mis was. Waren ze een soort namaak van goedkope B-kwaliteit? Uiteindelijk heb ik de schoenen gekocht omdat ze maar €20 kostten. Maar ik hield steeds het gevoel dat wat ik had gekocht te goedkoop was en niet veel waarde had.
Sindsdien heb ik iets merkwaardigs opgemerkt. Ik ben altijd heel zuinig geweest in het gebruik van mijn oude sneakers, maar niet echt met de schoenen die maar €20 hadden gekost. Het was mij duidelijk waarom ik zoveel minder zuinig op het nieuwe paar schoenen was dan op de oude schoenen. Ze hadden immers maar €20 gekost en de oude schoenen veel meer. Aan hoeveel iets je kost, koppel je dus onbewust de mate van waardering.
Een ander voorbeeld: vroeger was ik erg handig met webdesign, etc., en zodoende heb ik hier in het verleden wat mee gewerkt voor verenigingen en parochies in Spanje. Ik bood mijn diensten gratis aan. Veel van de ontvangers van mijn gratis diensten leken echter niet de waarde te appreciëren van wat ze kregen. Geavanceerde website-functies die normaal gesproken veel geld zouden kosten, werden niet eens gebruikt. Ik begon te beseffen dat de reden daarvan was dat mijn ‘klanten’ er niet echt in hadden geïnvesteerd. Het kostte hun niks, niet eens moeite. Als ze daadwerkelijk geld hadden uitgegeven aan een dergelijke website, dan zouden ze ervoor gezorgd hebben de functionaliteit correct te gebruiken en te begrijpen, zodat al dat geld (de kosten) niet verspild zou raken.
Ik denk dat dit een krachtige analogie is voor de reden waarom we zo’n dramatische achteruitgang zien van het christendom in de westerse cultuur in de afgelopen 50 jaar. Dit kan gekarakteriseerd worden door een ontspanning in de praktijken en leer en het onderwijs van het geloof door zijn leiders.
Er zijn hier enkele treffende voorbeelden van, vooral in het protestantisme, dat volledige omzettingen van morele leringen heeft gezien. En hoewel dat nog niet is gebeurd in de katholieke kerk, hebben we een echte apathie gezien en een veronachtzaming van de praktijken en onderdelen van het geloof in veel gemeenschappen.
Het verwateren van het geloof
Zo werd bijvoorbeeld vroeger in Nederland verwacht dat we voor belangrijke feestdagen van de liturgische kalender naar de mis gingen, maar vandaag de dag zijn die feesten naar de dichtstbijzijnde zondag verplaatst. Kinderen wordt tegenwoordig geleerd dat ze niet elke zondag naar de kerk hoeven te gaan, maar minstens met Kerstmis en Pasen. Vroeger werden we in de vastentijd aangemoedigd om te vasten, maar nu zeggen ze tegen ons gewoon: ‘doe iets leuks voor iemand’. Op verschillende momenten tijdens de Eucharistie werd men verwacht om te gaan staan, zitten of knielen, maar tegenwoordig zit men bijna de hele viering, als bij een theatervoorstelling. Sterker nog, veel kerken hebben zelfs geen biecht- of bidstoelen meer en bij de kerken waar ze wel bestaan, wordt soms helemaal niet verwacht ze te gaan gebruiken, omdat… het te ongemakkelijk is? Maar was dit niet de bedoeling dat het moeite kostte?
Ik kan het idee hierachter wel begrijpen. Ik denk dat veel goedbedoelende pastoors in het verleden dachten dat sommige aspecten van het geloof te moeilijk waren om te volgen. Dus dachten ze dat als ze compromissen gingen sluiten en tegemoetkomen, ze een betere kans zouden krijgen om leden te behouden. Ze maakten het gemakkelijker voor iedereen, dat was de gedachte erachter.
Ik ben er echter van overtuigd dat in feite ‘de kosten’ van wat het betekent christen te zijn, aanzienlijk werden verminderd. Het resultaat is een daling in de aansluiting en praktijk van het geloof geweest. Op sommige plaatsen in Nederland (in heel Europa eigenlijk) is het nog erger. De volledige verdwijning van hele parochies, die honderden jaren oud zijn, is op korte termijn voorspeld.
Mijn persoonlijke investering in de praktijk van mijn geloof heeft me veel gekost en het heeft me op onmiskenbare manieren zozeer veranderd dat het bijna onmogelijk voor mij zou zijn om van mijn geloof afstand te doen. Als ik er zelf niet zo intensief in had geïnvesteerd, dan had ik zeer waarschijnlijk en op een vrij nonchalante en gemakkelijke manier mijn geloof achter me gelaten. Zonder veel zorgen of moeite.
Er zijn veel voorbeelden waar ik het over kan hebben, maar om positief af te sluiten, zal ik een hoopvol voorbeeld noemen. Er zijn groepen binnen de Rooms-Katholieke Kerk zoals de Priesterbroederschap van Sint-Pieter, de Broeders van Sint Jan of het Opus Dei bijvoorbeeld, die over het algemeen als zeer traditioneel en zeer strikt worden beschouwd (en daarom ook worden bekritiseerd). Ze hebben vastgehouden aan de oude tradities en geloofspraktijken (liturgie, sacramenten – inclusief het sacrament van boete en verzoening) en ze hebben juist een extreme groei gezien in hun roepingen tot het priesterschap en leden onder de gelovigen. Intussen ervaart de rest van de Katholieke Kerk een crisis van roepingen en een tekort aan priesters.
In de context van het christendom is dit heel logisch, want het symbool van ons geloof is een oude methode van martelarij en executie, het kruis. Jezus zei zelf dat ‘het volgen van Hem hetzelfde zou zijn als het dragen van je eigen kruis’. Christen zijn hoort niet gemakkelijk of comfortabel te zijn.
Als we doorgaan met het proberen om mensen binnen te halen of te behouden door ‘de kosten’ (de waarde) te verlagen van wat het betekent om christen te zijn, dan blijven we mensen teleurstellen met een verwaterd geloof dat te weinig doet om invloed op hun leven te hebben.
Gastschrijver